Ik had al vaak met een treurige blik van onder af naar de treurwilg staan kijken, het is een mooie boom en geeft fijne schaduw in de zomer. Maar die takken werden veel te dik en veel te lang. Die zouden eigenlijk gesnoeid moeten worden.
En dan realiseer je je zo maar dat je niet zo heel erg jong meer bent en dat de moed (mocht ik die ooit gehad hebben) om hoge bomen te beklimmen eigenlijk helemaal verdwenen is.
Toen ik eenmaal zeker wist dat ik dat goed gehoord had was een afspraak snel gemaakt.
Met een heel arsenaal aan kettingzagen in de kofferbak maakte hij vandaag zijn opwachting bij les Tamaris.
En met ware doodsverachting en ongeëvenaard heldenmoed klom hij daarna tot in de hoogste toppen van die boom om de takken af te zagen.
Ik zal Peet binnenkort voordragen voor het grootkruis van verdienste in de orde van de zuidfranse boomklimmers. Dat heeft hij wat mij betreft wel verdiend.
Maar nu zit ik natuurlijk wel met een tuin vol snoeiafval. En dat zal ik vermoedelijk toch wel zelf op moeten ruimen.
Nou ja, kan ik tenminste zeggen dat ik ook morgen wat te doen heb.