maandag 1 september 2008

En begraven.

Nee, bijgezet in het familiegraf. Samen met een grote schare mensen hebben wij, buiten in de schaduw staande, gewacht tot de dienst voorbij was. Zo nu en dan klonk er gezang tot ons door en wisten we dat de dienst nog gaande was. We hebben eerst nog even achterin de kerk gestaan, maar het was zo mudvol en zo warm dat we lekker naar buiten zijn gegaan.

Na afloop liepen we op het kerkhof in een lange rij langs de kist, die voor de grafkelder neergezet was, om afscheid te nemen.

Diny had eigenlijk geen flauw idee wie er nu eigenlijk dood was. Ik wel, want ik was al eens bij die mensen thuis geweest en dan kun je ze beter plaatsen.

Er is een vaste clan van oudere vrouwen die bij feestjes altijd heel rustig en zoet bij elkaar zit. Een van hen moest het zijn, maar ze kon zich het gezicht van die vrouw niet voor de geest halen. Maar tijdens de dienst heeft ze al die oudere vrouwen goed bekeken en wie ze miste was vermoedelijk de overledene.

Vooraf gaande aan de begrafenis kon ik nog iemand die naast mij stond, het leven redden.
We stonden te wachten in het straatje naar de kerk tot de lijkauto zou komen. Het is er behoorlijk smal en we moesten ver aan de kant om die auto er door te laten. We weken uit tot op een schuine kant, bijna in de heg.
Die man gleed van die schuine kant af en zou zo voor de wielen zijn gevallen als ik hem niet met supersnel en heldhaftig ingrijpen daarvoor had behoed. Hij was me dan ook errug dankbaar.