dinsdag 23 juni 2020

Wijnraam.



Wijn en raam zou het moeten zijn.
De buren hebben groots ingekocht bij een bevriende wijnboer dicht bij Narbonne en wij mochten een klein deel overnemen. Rosé en rode wijn en vrac, dus we moeten het zelf in flessen doen. Kost geen scheet en het is lekker.
We kunnen even weer verder pimpelen.
En dan het schuifraam, ook dat nadert zijn voltooiing. Ik heb hulp gevraagd aan en gekregen van Theo en Dennis, die het zware dubbele glas er heelhuids hebben uitgetild. Ikzelf heb gezwoegd op het vervangen van de verrotte onderdorpel en dat lijkt geslaagd te zijn.
Morgen komt het glas er weer in en kunnen we weer naar hartenlust schuiven met die deur.
 

zondag 21 juni 2020

Tuinmolens of molentuin.


Een tuin vol molens en geen buurman/vrouw die daar over klaagt wegens uitzichtbederf of slagschaduw. Dat is in NL soms wel anders, lees ik wel. Hier ook trouwens. 
 Sterker nog, de buurvrouw heeft mij gevraagd of ik nieuwe wieken voor haar tuinmolentje wil maken. En ja hoor, dat wil ik wel. 
Zij woont op de plek waar vroeger de korenmolen heeft gestaan, dus daar moet wel een aandenken aan blijven bestaan.
Ik geloof dat ik wel een dagtaak aan dat molenmaken kan krijgen want onze buurman de burgemeester sprak ook al zijn bewondering uit over mijn verzameling en vroeg me ik zo iets ook wel in opdracht zou willen maken. 
En nee, dat wil ik niet.


vrijdag 12 juni 2020

Ophtalmologiste.

Gezellig samen naar de ophtalmologiste die in NL gewoon oogarts wordt genoemd, erg leuk.
Ik kwam op het geweldige idee om van te voren even bij de farmacie langs te gaan om een paar mondkapjes te kopen. Want die hebben wij in ons hele leven nog nooit gehad. Maar goed ook, anders waren wij er niet in gekomen bij vrouw dokter.

Dan zit je daar met een steeds beslagen bril op de neus te wachten tot je aan de beurt bent. Nu viel dat wel weer mee, zo druk was het er niet.
Het resultaat van die onderzoeken was dat Diny oogdruppels moest gaan gebruiken en dat ik aan een nieuwe bril toe was.

Na zo'n bezoek wil je wel even je overtollige energie kwijt. Nou, dat lukt me wel als ik het talud aan de wegkant ga maaien. Dat moet twee keer per jaar.

Als je dat een poos gedaan hebt en je gaat dan even koffie drinken, dat trillen de handen zo erg dat de koffie uit het kopje spat. Dan lijk ik wel een oud mannetje van rond de 75 jaar, zo erg is het dan.


zondag 7 juni 2020

Hoezo normaal?


Heel lang geleden was het in de Achterhoek normaal om elkaar te begroeten met een welgemeend “moi, ho geet et?” Het antwoord was dan “ja ook moi, et geet wal”. Dat was beleefd!

Wat later, toen ik de weide wereld in was getrokken, begroette ik buren, vrienden en collega’s met een vriendelijk goedenmorgen-middag-avond, al naar gelang het tijdstip. Eventueel, afhankelijk van mijn humeur, vergezeld van een zwaaiend gebaar. Dat vond ik en velen met mij een normale begroeting.

Elkaar een hand geven deden we alleen met nieuwjaar of bij een verjaardag.

Ongemerkt, voor mij althans, is het er ook in Nederland in geslopen dat er bij begroetingen, tussen mannen en vrouwen en tussen vrouwen onderling, op de wangen gekust moest worden, drie keer maar liefst.
Nog weer later bleken mannen onderling ook kus- en omhelsneigingen te krijgen. Dat heeft me ooit bijna een dierbare vriendschap gekost omdat ik me daar aan onttrok op een nogal bruuske wijze. Wat gelukkig wel weer goed is gekomen.

Wat later, in Frankrijk, liepen, in mijn ogen, de plaatselijke kusgewoontes alle spuigaten uit.
Wanneer de hele dorpsgemeenschap samen komt voor een feestje of wat dan ook, wordt verondersteld dat je als man alle vrouwelijke wezens op de wangen kust,. Van de kleinste frisse meisjes tot oudste smoezelige dames. Gelukkig in deze streek maar twee keer. Dat is in elke regio weer anders.
Ook bij sommige mannen die je min of meer goed kent ontkom je er niet aan.

Maar nu! In het zogenaamde “nieuwe normaal” moet er afstand worden gehouden. En zelfs hier in Frankrijk houden de mensen zich daar aan en kikken dus noodgedwongen af van het gekus. De een wel wat minder fanatiek dan de ander.
Even wilden de mensen zich nog wel over geven aan het stupide elleboog stoten als begroeting, maar daar heb ik snel een stokje voor gestoken. Dat gaan wij niet doen!

Als ik nu mensen begroet maak ik een zwaaibeweging met een hand en roep enthousiast “bonjour” of “salut, tout va bien?”. Dit is afhankelijk van of ik die ander reeds ken of niet.

Dit zou het “nieuwe normaal” moeten heten, maar voor mij is het de terugkeer naar het echte normaal van vroeger tijden toen we dat huidige gekunstelde en achterlijke anderhalve meter gedoe nog niet kenden.

Ik ben wel benieuwd hoe lang de Fransen dit volhouden.


fête des mères.

Hier in het uiterste zuiden van Frankrijk is het vandaag moederdag.
Dat heugelijke feit moest gevierd worden met het eten van een eenvoudige doch voedzame maaltijd. En omdat ik zelf al heel lang geen moeder meer heb, heb ik andermans moeder mee genomen naar de Aziaat in le Fossat.

Die zijn wellicht ook weer blij dat ze klandizie hebben. Het eten was delicieus, maar om in een hol klinkend lokaal een Aziaat met een mondmasker voor te verstaan terwijl je enigszins  doofachtig wordt, valt niet mee. Maar we hebben ons gered!

zaterdag 6 juni 2020

pneu.


Niet alleen ramen gaan stuk, ook fietsbanden hebben de akelige gewoonte te verslijten. Niet heel vaak gelukkig maar nu wel. Ik kom bij de fietsenmaker om een paar nieuwe banden te kopen en geef de maten op die er bij horen: 28 x 1 5/8 x 1 1/4.
De beste man keek me wazig aan want hij begreep absoluut niet wat ik bedoelde. Uiteindelijk kwamen we overeen dat het de franse maat 700 en nog wat moest zijn. Erg makkelijk die gezamenlijke europeese unie!  

Wat wel weer grappig is dat in ons groentetuintje zomaar 10-tallen tomatenplantjes de grond uit komen schieten. Blijkbaar zitten er nog zaadjes van vorig jaar in de grond.
We hebben laatst 4 planten van de buurvrouw gekregen omdat ze vond dat we later in het seizoen goede tomaten moeten kunnen oogsten. Dat zal dan ook wel lukken, maar ik ben heel benieuwd of die opschietelingen ook nog vrucht gaan voortbrengen.











donderdag 4 juni 2020

Tot stof zult gij wederkeren.


Die pessimistische spreuk geldt voor veel stoffelijke zaken. Zoals een schuifdeur van de serre bijvoorbeeld die verpulverd onder mijn ogen, ik durf hem niet eens meer open te schuiven. En dus moeten er maatregelen genomen worden.

Het is geen standaard deur die ik zomaar even kan vervangen door een nieuw exemplaar, dus moet er "uitgestukt" worden. De onderdorpel en de onderste stukjes zijkant moet vernieuwd worden.
Ik ben al ijverig bezig met het boren en beitelen van de pen en gat verbindingen, zoals ik het ooit in een ver verleden bij mijn één-jarige timmeropleiding op de ambachtsschool geleerd heb.

Wellicht gaat deze reparatie beter als dat van het andere raam dat ik enige jaren geleden al eens hersteld heb. Toen knapt het dubbele glas kapot toen ik het er uit haalde. Ik ga dat deze keer niet alleen doen maar vraag assistentie bij dat zware werk.

Hopelijk komt het ooit zover dat ik de boel weer open en dicht kan schuiven.