vrijdag 27 april 2012

Deren ons niet.

Dat zei ik eerder. Nou, als het te lang duurt deert het ons echt wel, dat rotweer. Voor de terugweg naar het zuiden had ik weer eens een mooie route bedacht: via Duitsland, BelgiĆ« en Luxemburg. Dinsdagavond in Duitsland konden we royaal kiezen uit prachtige camperplaatsen; in bijna ieder dorp gaf onze routeplanner een overnachtingsplek aan. We hebben Wasserberg gekozen, op een plekje bij het gemeentelijke zwembad. Er moest een kaartje worden gekocht bij een automaat en ik had natuurlijk te laat in de gaten dat dit na 8 uur ’s avonds niet meer mogelijk was. Zodat we de camper maar zo ergens op de parkeerplaats hebben neergezet. Natuurlijk zonde van die vijf euro die de automaat niet wilde teruggeven.

De volgende morgen werden we wakker met stralende zonneschijn. Niks mis mee, ware het niet dat het weer daarna absoluut niet meer meewerkte. Dikke regenbuien teisterden ons onderweg. Evengoed was het in de Eiffel en in Luxemburg erg mooi. En we konden profiteren van het grootste voordeel van Luxemburg:de iets minder dure brandstofprijs. 1,27 Euro per liter maar liefst, wat een koopje vergeleken met prijzen van soms 1,60 die we ook gezien hebben!
’s Avonds vonden we een mooie camperplek aan het Marnekanaal in het kleine Franse dorpje Froncelles. Prachtig mooi en erg rustig Donderdagmorgen, na een nacht met regengekletter op het dak, besloten we om via de snelste weg zo snel mogelijk naar huis te rijden. De weergoden waren ons de baas, dit was niet leuk meer.
Dus kozen we voor een peperdure tolweg waarover we regelrecht en zo snel mogelijk naar het zuiden konden racen. Fijn zo’n tolweg als je op wil schieten, maar je ziet niets van het landschap waar je door heen snelt. Leuk is het niet. En om er weer af te komen valt ook niet altijd mee, deze keer omdat onze NL bankpas niet werd geaccepteerd, onze Franse bankpas blijkbaar niet werkte en we maar net aan voldoende contanten bij ons hadden om de gevraagde 33,40 euro te voldoen. En tot mijn stomme verbazing wilde die tollenaar die in dat hokje zat ook nog mijn Franse bankpas niet teruggeven. Daar wilden ze eerst met de bank over bellen. Na enige harde woorden en boze blikken mijnerzijds ging hij toch overstag. Gelukkig maar, anders hadden we er nu nog gestaan want ik laat echt niet mijn bankpas ergens achter.

En dan dieselolie tanken, wat een frustratie kan dat geven! Ik stopte bij een tankstation aan de autoweg om een klein beetje diesel te tanken, niet te veel, want aan een autoweg zijn daar erg duur mee. Wat ik ook probeerde: de pomp sloeg niet aan, ook niet na een paar keer navragen bij de kassa. Na 10 minuten vergeefs proberen heb ik het opgegeven en ben knarsetandend weggereden. Gelukkig was er even later een afrit naar een dorpje met een intermarche. Daar kon ik zonder problemen tanken tegen een prijs die 20 cent per liter lager lag. En dat vergoedt natuurlijk veel!

En om alles nog beter te maken begon ook nog de zon te schijnen en ging de temperatuur omhoog. Hierdoor kregen we zin om ook nog iets toeristisch te gaan doen, mede omdat we besloten hadden dat de afstand tot huis toch een beetje te groot was om die donderdagavond nog helemaal af te leggen. We vonden op de kaart een prachtig groen weggetje dat via een omweg ook nog de goede richting op ging. Een prachtig mooie slingerweg door de bergen langs een meanderende rivier die de “rode hoed” ofwel op z’n frans “chapeaux rouge” genoemd wordt. Erg mooi allemaal, daar moeten we later nog eens naar toe.

En dan de slagroom op het toetje: we vonden een prachtige camperplaats op 1 meter afstand van de Tarn in het mooie en goedbewaarde middeleeuwse dorpje Ste-Enimie met op 20 meter afstand een restaurantje waar ze een erg lekkere maaltijd serveerden. Je zou bijna zeggen dat het leven goed is. Vrijdagmorgen, na een goede nachtrust die mede te danken was aan het feit dat de kerkklokken zich, god zij dank, stil hielden tussen 8 en 8 uur. Dat is wel eens anders. We zijn de tocht naar huis weer begonnen met een erg mooie toeristische route door de kloof van de rivier de Tarn en een tocht over het plateau de Larzac. Ook al weer allemaal erg mooi. Het weer werd steeds aangenamer en toen we eindelijk thuis waren om 4 uur ’s middags, scheen de zon en was de temperatuur zo aangenaam dat eindelijk de steeds vergeefs meegesjouwde korte broek aangetrokken kon worden.
Na, volgens de boordcomputer, 1550 kilometer en 25 uur en 25 minuten rijden vanaf de Achterhoek, zijn we eindelijk weer behouden thuis waar we alles weer goed verzorgd aantreffen.