Heel lang geleden
was het in de Achterhoek normaal om elkaar te begroeten met een
welgemeend “moi, ho geet et?” Het antwoord was dan “ja ook moi,
et geet wal”. Dat was beleefd!
Wat later, toen ik
de weide wereld in was getrokken, begroette ik buren, vrienden en
collega’s met een vriendelijk goedenmorgen-middag-avond, al naar
gelang het tijdstip. Eventueel, afhankelijk van mijn humeur,
vergezeld van een zwaaiend gebaar. Dat vond ik en velen met mij een
normale begroeting.
Elkaar een hand
geven deden we alleen met nieuwjaar of bij een verjaardag.
Ongemerkt, voor mij
althans, is het er ook in Nederland in geslopen dat er bij
begroetingen, tussen mannen en vrouwen en tussen vrouwen onderling,
op de wangen gekust moest worden, drie keer maar liefst.
Nog weer later
bleken mannen onderling ook kus- en omhelsneigingen te krijgen. Dat
heeft me ooit bijna een dierbare vriendschap gekost omdat ik me daar
aan onttrok op een nogal bruuske wijze. Wat gelukkig wel weer goed is
gekomen.
Wat later, in
Frankrijk, liepen, in mijn ogen, de plaatselijke kusgewoontes alle
spuigaten uit.
Wanneer de hele
dorpsgemeenschap samen komt voor een feestje of wat dan ook, wordt
verondersteld dat je als man alle vrouwelijke wezens op de wangen
kust,. Van de kleinste frisse meisjes tot oudste smoezelige dames.
Gelukkig in deze streek maar twee keer. Dat is in elke regio weer
anders.
Ook bij sommige
mannen die je min of meer goed kent ontkom je er niet aan.
Maar nu! In het
zogenaamde “nieuwe normaal” moet er afstand worden gehouden. En
zelfs hier in Frankrijk houden de mensen zich daar aan en kikken dus
noodgedwongen af van het gekus. De een wel wat minder fanatiek dan de
ander.
Even wilden de
mensen zich nog wel over geven aan het stupide elleboog stoten als
begroeting, maar daar heb ik snel een stokje voor gestoken. Dat gaan
wij niet doen!
Als ik nu mensen
begroet maak ik een zwaaibeweging met een hand en roep enthousiast
“bonjour” of “salut, tout va bien?”. Dit is afhankelijk van
of ik die ander reeds ken of niet.
Dit zou het “nieuwe
normaal” moeten heten, maar voor mij is het de terugkeer naar het
echte normaal van vroeger tijden toen we dat huidige gekunstelde en
achterlijke anderhalve meter gedoe nog niet kenden.
Ik ben wel benieuwd
hoe lang de Fransen dit volhouden.