woensdag 19 oktober 2011
Een zware tol.
We zijn weer thuis na een driedaagse tocht over ’s heren wegen.
Eerst via de Duitse autobahnen naar het zuiden tot nabij de franse grens, alwaar we konden overnachten op de erg rustige parkeerplaats van een oude citadel.
Dinsdag hebben we een beetje door de Vogezen gezworven. Dat is een prachtig gebied met veel dorpen met Duits klinkende namen en een Duits aandoende bebouwing. En toch spreken de bewoners Frans, zij het met een erg sterk Duits accent.
Geen wonder dat er zo nu en dan een Duitser de kop op steekt en beweert dat die streek toch zeker bij Duitsland moet horen.
We hebben na die dag met prachtig mooi weer, overnacht op een parkeerplaats bij een sportveld. Dat had erg mooi kunnen zijn, ware het niet dat heel dichtbij een kerk stond met prachtig klinkende bronzen klokken. Dat geeft een ontzettend mooi geluid, maar als ze zich de hele nacht 4 x per uur laten horen is het wat minder mooi.
Tegen de morgen aan werden we gewekt door een hevige regenbui die op het dak klaterde.
Zodoende waren we vroeg wakker en ook weer op pad.
De avond daarvoor had ik uitgezocht hoe we verder wilden richting zuiden. Volgens de tomtom was de weg naar Esplas via de tolwegen ruim 600 kilometer lang en zou 6 uur duren.
De route zonder autowegen was niet veel korter maar zou 11 uur in beslag nemen.
Gezien de hevige regen die van geen ophouden wist, hebben we voor de snelle, doch erg dure route gekozen. Maar goed ook, want halverwege de morgen regende het nog steeds pijpenstelen en dan is de toeristische route ook niet leuk meer.
Ongeveer 100 euro armer door het tolgeld kwamen we tegen half zes aan bij les Tamaris, waar ik bij inspectie één kip miste. Die zal het loodje hebben gelegd, ondanks de goede zorgen van Mitzi. Kan gebeuren.