vrijdag 23 september 2011
Gras.
Tja, ze zijn weer vertrokken, het feest is over. Vanmorgen voor dag en dauw, geloof ik.
Want wie hier ’s morgens voor half negen wil vertrekken wordt niet, ik herhaal, niet door ons uitgezwaaid. Dat klinkt misschien onaardig maar zo is iedereen vrij en hoeft niemand op een ander te wachten.
Maar ik heb het idee dat ze vroeger zijn vertrokken dan gepland was. Ik weet niet hoe laat het was, maar het was nog donker toen ineens het inbraakalarm van de buren in gejank losbarstte.
En ik meen toen ook stemmen gehoord te hebben, niet van inbrekers maar van Jan en Peter.
Als je dan toch ruw wakker gemaakt wordt kun je net zo goed vroeg vertrekken, want uiteindelijk hebben ze nog een heel rit voor de boeg.
En die inbrekers, daar weten we niets van. Het gebeurt vaker en dan komen de kasteeljongens, want daar is het huis van, samen poolshoogte nemen waarbij steevast geconstateerd wordt dat er niets aan de hand is.
Maar ze mogen wat ons betreft, zeker ‘s nachts wel wat sneller komen, want van dat gejank slaap je niet beter. En wij komen er toch ons bed niet voor uit.
En ik had vanmorgen niets beters te doen dan het lange gras op het talud te gaan maaien. Dat moet één keer per jaar.