maandag 18 februari 2008

Groentetuin.



Het is mooi weer, de zon schijnt en in de luwte is het warm. Alleen jammer dat de periodieke oostenwind, le vent d'autan, een beetje te hard en te fris waait. Lekker buiten zitten is er niet bij.

Maar de natuur trekt zich daar niks van aan. Het gras, maar vooral het onkruid begint al te groeien. Ook de groentetuin wordt overwoekerd met groen en dat is minder prettig. Een groentetuin mag alleen maar groen zijn al wij er wat gezaaid hebben, anders noemen we het mauvés herbes en dat moet weg.

Dus heeft Diny haar stoute laarzen aangetrokken en staat manmoedig met de hak te zwaaien om het taaie gewas uit de harde grond te rukken.
(In Groningen hadden we te maken met zware klei, maar dit hier is zo mogelijk nog beroerder.)
En dan moet de mest nog verspreid worden en dan kom ik eindelijk aan de beurt om met de trekker en de frees de grond om te werken.
We hebben de pootaardappelen al in huis maar we zullen nog maar even wachten met poten tot de hondsdagen voorbij zijn, wanneer dat ook maar mag zijn. Zo vroeg hoeft het ook hier niet, vorig jaar was het 19 april dus we hebben nog de tijd.