maandag 28 mei 2012

“Dat zal u de kop vermorzelen”.




De bijbelvasten onder de lezers zullen vast en zeker deze frase herkennen uit Genesis.
En dan gaat het over een erg vervelende slang die vrouwen lastig viel.

Hier was het vandaag niet veel anders. We waren een eindje wezen fietsen en toen we terug kwamen hoorden we Anka blaffen en janken. Zou zij ons zo gemist hebben?
Nee, ze stond te dreigen naar een slang van ongeveer een meter lang, die zich in een bloembak genesteld had. Toen ik dichterbij kwam om ook te kijken kwam dat beest met de kop omhoog en een heen en weer flitsende tong recht op mij af kronkelen. En dan zijn ze vreselijk snel ook nog.
“Ze zijn niet giftig”, hoor ik wel van diverse kanten, maar als ze zo op je af komen heb je daar even geen boodschap aan.
Het gevolg is een kapotte bezemsteel en een slang met een vermorzelde kop.

Ik weet dat er nog minstens één in een hol voor het huis zit en die is nog een halve meter langer. Die is hierbij gewaarschuwd, met mij valt niet te spotten! Ik ben een waarlijk dierenliefhebber, maar er zijn grenzen aan mijn liefde.