Wat een mens in Zuid-Frankrijk al niet kan meemaken op een willekeurige morgen.
Na enkele warme Paasdagen, die we ook nu weer zonder de traditionele Esplasser ommelette de paques moesten doorbrengen, was het vanmorgen koud en guur. Wat een tegenvaller, we waren al zo gewend aan lekker buiten zitten in de zon. Maar, ik weet het, april doet wat hij wil. Ook hier.
Dinsdagmorgen, mijn verplichte boodschappenhaalmorgen. De Intermarché in Saverdun valt nog net binnen de 10 kilometer hemelsbreed die we van huis mogen zonder verantwoording. Bij controle een bewijs tonen dat je woont waar je zegt te wonen is voldoende, bv een rekening van de telefoonmaatschappij waar het adres op staat. Want na de Pasen gaat er streng gecontroleerd worden, was het dreigement. En nee, ik ben weer niet gecontroleerd.
Eerst maar eens langs de kapper gereden, het was ons niet duidelijk of de verplichte winkelsluiting ook voor hem zou gelden. Alle niet essentiële winkels moeten de komende weken weer eens gesloten blijven. En ja, de kapper was druk bezig om iemand te knippen en er zat verder niemand te wachten. Dus ben ik maar naar binnen gestapt om op mijn beurt te wachten. De man die zonder mondfilter in de behandelstoel zat begon zich van verre al te verontschuldigen. Hij was vergeten om een muilkorf mee te nemen en eigenlijk was dat de schuld van zijn vrouw want.....een heel verhaal volgde. .De kapper kon het blijkbaar niets schelen en mij ook niet. Dus was iedereen weer tevreden.
In de supermarkt zag ik welgeteld één oudere dame die zonder mondlap rondliep, niemand die er iets van zei, ik ook niet. Bij de bricolagewinkel een bus verf gekocht die bij het openmaken niet de kleur bleek te hebben die ik besteld had. En tussen de 10-tallen zakken witte voegspecie zag ik geen enkele grijs exemplaar. En die moet ik juist hebben om enige scheuren in het terras te repareren. Maar dat wordt morgen opgelost omdat ik een overgebleven rest bij Peet kan ophalen in ruil voor wat verse eitjes.
Ik was thuis de boodschappen aan het uitladen toen buurman Ullie, of Willie zoals wij hem noemen, het pad afliep om me te vragen of ik belang heb bij een restpartij schrootjes die hij over heeft. Hij weet dat ik een knutselaar ben die alles kan gebruiken. Mijn antwoord was dan ook: ja, die wil ik graag hebben. Desnoods maak ik de kachel er met aan.
Hij was nog maar nauwelijks weg of een andere, iets verdere buurman stopte bij het hek. Hij liep het terrein op, al frunnikend aan een mondlapje. Hij wilde uit goed fatsoen zo'n stom ding voorbinden, maar ik heb hem direct duidelijk gemaakt dat ik in mijn huis geen mondkapjes gezeur wil. Af met dat ding! Hij vond het prima, het was maar een beleefdheids gebaar. Maar hij kwam om te vragen of hij mijn broedmachine mocht lenen om een aantal eendeneieren uit te broeden. Eventueel in ruil voor een paar jonge eendjes. En ja, hij mag dat ding gebruiken en over eendjes hebben we het later wel weer.
En als klap op de vuurpijl werden we ook nog gebeld door de ziektekostenverzekeraar met de mededeling dat we aan de beurt waren om gevaccineerd te worden tegen dat enge virus. Maar Diny, die hier de telefoon aanpakt, vertelde hen dat ze met die spuit wel iemand anders mochten blij maken. Het is (voorlopig?) aan ons niet besteed.
En dit gebeurt allemaal op een gewone dinsdagmorgen. Gelukkig zie ik nu de rest van de week ook bijna niemand meer.