zaterdag 6 november 2010

Stoken.




Wat hebben we de laatste dagen ook alweer gedaan? Je zou het eigenlijk dagelijks moeten opschrijven anders ben je dat zo weer vergeten.

Oh ja, gisteren heeft Diny in elk geval de grote hoop oude dode takken die midden in de tuin lag, verbrand. Daar wordt het uitzicht weer mooier van.

En ik ben weer met het riool aan de gang geweest en heb een begin gemaakt met de nieuwe afvoerleidingen voor de badkamer. Het water in het bad loopt nu maar heeeeel langzaam weg als je onder de douche staat en dat is erg vervelend. Dat moet anders en dus komen er nieuwe afvoerleidingen.
Dat was toch al gepland voor het toekomstige appartement, dus dat is geen extra uitgave.

En vandaag zijn we op het dak bezig geweest met het plaatsen van de schoorsteenpijp voor de houtkachel. Voor die klus heb ik Peter Paul gevraagd om mij te helpen want voor één alleen is dat niet zo makkelijk te doen.
Maar het liep allemaal gesmeerd (ja, er gaan ook wel dingen goed) en na enkele uren stevig doorwerken was de klus geklaard.

We kunnen weer hout stoken, dus de centrale verwarming kan weer enkele graden lage afgesteld worden. Dat is ook nodig, want deze week heeft de firma Butagas de nieuwe gastank vol laten stromen en dan ben je ook 1000 euro kwijt. Ik ben erg benieuwd hoe lang we met zo’n tank vol propaangas kunnen doen.
De tijd zal het leren.

En net toen ik dacht dat we alles gehad hadden en eindelijk konden gaan rusten, klonken er verscheidene salvo's geweerschoten door het dal. Toen ik met gevaar voor eigen leven voorzichtig om het hoekje gluurde zag ik jagers met grote snelheid over het smalle weggetje scheuren, uit hun auto springen en in looppas het weiland in rennen. Toen zag ik het, in het weiland vluchtte al strompelend en hinkend een groot aangeschoten everzwijn. Hij kwam niet ver meer want na enkele min of meer gerichte schoten viel hij stuiptrekkend ter aarde neer.

6 Auto's en 9 jagers heb ik geteld, en dat allemaal voor één varken. Nu was het wel een grote knaap, naar schatting 130 kilogram en een jaar of acht oud.
En die jagers zijn dan net zo opgewonden en doorgedraaid als kleine kinderen op hun eerste schoolreisje.

En het spannende was: nog geen 10 minuten eerder liep ik met Anka door dat zelfde weiland en het aangrenzende bos. Nu ben ik niet bang voor wilde zwijnen maar wel voor hun in het wilde weg schietende belagers. En zeker na dit schouwspel.