Het moet een keer gebeuren en waarom dan niet maar direct.
Vanmorgen heb ik de stoute schoenen aangetrokken, handschoenen aan, hoed op en een jas tot bovenaan dichtgeknoopt, dit ondanks dat de zon volop schijnt en het eigenlijk korte broeken weer is. Nu hoop ik dat ik er tegen kan en niet te veel jeukschade oploop.
Vergeleken met de knoerharde acacia's die ik vorige week kort en klein heb gezaagd, is dit dennenhout een fluitje van een cent. De kettingzaag vliegt er doorheen. Dat zal het vuur ook wel doen als het hout eenmaal in de kachel ligt te branden. Maar dat is van later zorg.
Ik heb de takken met de grootst mogelijke eerbied behandeld zodat er hopelijk niet al te veel brandhaartjes in mijn onbeschermde nek terecht komen.
De 763 rupsen die toch nog tegenkwam toen de boom eenmaal ten gronde was gestort heb ik zorgzaam naar de rupsenhemel geholpen. Eén dennenboom die er nog redelijk groen uitziet staat er nog en krijgt een kans tot volgend jaar.
Nu moeten we er over nadenken wat ik er voor in de plaats zal poten, er zal toch CO2 gecompenseerd moeten worden.Ik verwacht dat er twee fruitbomen komen te staan, ten eerste voor de broodnodige schaduw als ik in mijn hangmat lig en ten tweede hebben we dan fruit van eigen bodem.
En het jeuken beperkt zich tot nu toe hoofdzakelijk tot de polsen die onbeschermd waren, ze zien inmiddels rood van het onbeheerste krabben over de bulten.