dinsdag 16 juni 2009

Maandag 15 juni.



En morgen wordt het beter, schreef ik. De wens was er en de goede wil ook wel, maar het is ons niet gelukt. De dag begon net zo nat als toen we gingen slapen.

Toch zijn we natuurlijk weer op weg gegaan, richting noordkaap, nog zo’n 150 kilometer. De weg er naar toe is natuurlijk weer magnifique, veel lieflijker als die mooie bergweg van gisteren. Deze slingert zich langs de fjordinhammen en geeft ook erg mooie vergezichten.

Vijfentwintig km voor de kaap komen we bij een tunnel die ons naar het eiland moet voeren. Een zeven km lange tunnel waarvoor we aan het eind natuurlijk onze tol moeten betalen, 21 euro. Er komen hier veel toeristen langs en daar moet je natuurlijk van profiteren. Geef ze eens ongelijk, die Noren.

Het laatste stuk gaat weer sterk bergopwaarts en bovenop komen we in mistflarden terecht. Gelukkig wordt dat later weer minder.

Bij de beroemde noordkaap aangekomen stranden we voor een gesloten slagboom. Er moet weer betaald worden, mooie plekjes kosten geld, omgerekend 48 euro. Met de boodschap erbij dat we niet langer dan 2 dagen mogen blijven.

We zoeken een rustig hoekje op de grote parkeerplaats en daar zetten we de camper neer. Dan is het tijd om dit beroemde punt met zijn mooie uitzicht over de oceaan te gaan bewonderen. Maar terwijl we daar lopen zakt de mist uit de bergen naar beneden en kunnen we geen 20 meter meer voor ons uitkijken. En dat blijft zo de hele avond. En de wind steekt ook weer op.

Binnen in het gebouw zijn een grote souvenirwinkel, een paar restaurants, en een filmzaal waar een grootbeeld film wordt vertoond van de omgeving in de vier jaargetijden. Mooi, maar dat had volgens ons veel beter gekund.

Nog even over buitenlanders in dit land, de Nederlanders kunnen er ook wat van. In enorme aantallen zoeken die ook de uiteinden der aarde op, alleen zelden met campers maar meestal in gewone auto’s. Soms met caravan. Ze hebben blijkbaar toch een andere instelling.