woensdag 10 juni 2009
Vrijdag 5 juni.
Zweden, een land van bloeiende lupinen, aasetende bonte kraaien, veel meren en eindeloze bossen. En niet te vergeten de duizenden kleine weekendhuisjes in het bos
Vandaag hadden we zelfs tijd voor een museumbezoek in Jônkôping. Het tandenstokers museum, maar dan op zijn Zweeds “tändsticksmusee” en dan gaat het opeens over lucifers. Daar heeft een hele grote fabriek gestaan die volgens zeggen bijna de alleenheerschappij heeft gehad over de luiciferswereld. Dat zou Neeli e Kroes eens moeten weten. ’t Was interessant.
Wat vroeger minder interessant was, is het feit dat het kinderarbeid was van 10 uur per dag, 6 dagen per week. En ongezond dat die zwavel was: huid en vooral longen teerden langzaam weg. En toch waren de arbeiders boos toen de machines kwamen. Alles was beter dan geen werk.
En verder ging het die dag alleen maar verder naar het noorden, naar het uiteindelijke doel. Wel met de nodige omweggetjes over mooie kleine wegen. Soms zelfs over zandwegen waar de camper gruwelijk smerig werd. Maar gelukkig regende dat er net zo hard weer af. Toch mooi van die regen.
Eindelijk aan het eind van de dag breekt de zon er doorheen en wordt het nog mooi weer.
Het is even zoeken naar een overnachtingsplaats, maar uiteindelijk in het dorpje Laxa vinden we wat we zoeken, rust en ruimte. En helaas, de kachel moet aan deze avond. Invloed van de Noordpool? De tijd van korte broeken en T-shirts ligt al ver achter ons.