vrijdag 12 juni 2009
Vrijdag 12 juni.
Het was wel weer rustig op die parkeerplaats, om half 10 werd ik wakker. Mooie tijd. We vervolgen onze weg naar Noorwegen. Het weggetje wordt steeds toeristiser, met meer parkeerplaatsen en zijweggetjes. Waarom is dat er niet als we het nodig hebben?
De grens met Noorwegen is net als alle Europese grenzen, onopvallend. Alleen voor de rendieren die we in steeds grotere getale zien, is de barrière onoverkomelijk. Een stevig wildrooster belemmerd hen de doorgang. Het is afgelopen met de trek van die beesten over heel Scandinavië.
Wat meteen opvalt, is het landschapsverschil. De natuur en het uitzicht veranderd meteen na de grens. Het wordt heuvelachtig en ook toendra-achtig. Mooi. Het is ook typisch om te zien hoe we steeds vroeger in het voorjaar terechtkomen. De berkenboompjes hier moeten nog in blad komen.
In het stadje Kirkenes waar straten en gebouwen naar onze bekende Willem Barentsz genoemd zijn, stoppen we even om Noorse kronen te pinnen en om te kijken of we daar internet verbinding hebben. En ja, we kunnen ons daar weer even op het www begeven.
We rijden dan door naar de Russische grens. Daar is het niet zo onopvallend, er zijn nog echte ouderwetse slagbomen en de grenspolitie loopt rond met echte bijthonden. Veiligheid voor alles, je weet maar nooit met die Russen.
Bij een mooi grote waterval maken we ook even een toeristische stop en kijken naar die imposante watermassa die daar doordondert.
We willen de nacht doorbrengen op de uiterste noord-oost punt van het land en rijden dus nog 100 kilometer door naar Vardo. Dat dorpje ligt op een eiland en is slechts te bereiken door een akelig klein maar wel 3 km lang tunneltje onder de zee door.
Op dat eiland vinden we een plek op het uiterste puntje met uitzicht op de Barentszee. En nu maar hopen dat toch nog de zon doorbreekt zodat we het rare verschijnsel kunnen zien dat die zon niet echt ondergaat. En ook hebben we daar een goede internetverbinding, hoera.